e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
negenoog negenoog: neejgenoog (Loksbergen, ... ), nijgəōēg (Loksbergen) negenoog (bloedzweer, fr. juroncle) [ZND 05 (1924)], [ZND 05 (1924)] || Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
negotiemand velokorf: vlawkørǝf (Loksbergen) Mand waarin men producten vervoert om te verhandelen. [N 40, 115] II-12
nek nek: nɛk (Loksbergen, ... ) Nek: achterste deel van de hals [N 106 (2001)] || Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
nerf van een blad nerf: nèrf (Loksbergen) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest nest: neͅst (Loksbergen) nest [ZND m] III-4-1
nest, hoeveelheid jongen worp: wərp (Loksbergen) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
neus neus: n"s (Loksbergen), neujs (Loksbergen), nø̜js (Loksbergen) Het voorste deel van een klomp. Zie ook afb. 257. [N 97, 37] || neus [ZND m] || Neus (mann. of vr.), een fijn neusje. [ZND 05 (1924)] II-12, III-1-1
neus (spotnamen) snuit: snyt (Loksbergen), snəət (Loksbergen) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] || neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk, koker, kuit, gevel). [N 106 (2001)] III-1-1
neusvleugel neusvleuger: nuisvluigərR (Loksbergen) Neusvleugel: beweeglijke buitenwand van een neusgat (neusvleugel, neusvleuger) [N 106 (2001)] III-1-1
nicht nicht: nĭĕcht (Loksbergen) nicht [ZND 11 (1925)] III-2-2