e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peterselie petersel: pīətərsil (Loksbergen), peterselie: piətərsēli (Loksbergen) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
petroleum ptrole (fr.): pətròl (Loksbergen) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4
peul, dop (znw) schulp: šøͅləp (Loksbergen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: poi̯ulə (Loksbergen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulerwten sluimerwten: slēͅmeͅtə (Loksbergen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulvruchten afhalen schoonmaken: schui̯n mākə (Loksbergen) bonen stropen, afhalen [ZND 01u (1924)] III-2-3
peuzelen peuzelen: puizələ (Loksbergen), pluizen: pləzə (Loksbergen) peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)] III-2-3
pezerik karwats: kərwàts (Loksbergen) harde, gedroogde, holle spier of pektouw of touw met knopen als strafwerktuig [looiepees, pezerik, bullepees] [N 90 (1982)] III-3-1
piekeren prakkiseren: pràkəzijrə (Loksbergen) over zijn zorgen nadenken [mijmeren, dolleren, prakkezeren, praktiseren, dubben, dromen] [N 85 (1981)] III-1-4
pijl pijl: peejel (Loksbergen) De dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht]. [N 88 (1982)] III-3-2