e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruw, hard ruw: raag (Loksbergen) zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruwe stenen rauwe stenen: rǫwǝ, rō stī̄jǝnǝ (Loksbergen) In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.] II-8
ruzie boel: bòil (Loksbergen), katoen?: kàtōēn (Loksbergen), la guerre (fr.): vgl. WBD III, 3.1 (pag. 238): la guerre (fr.), Schoten, Deurne-bij-Antwerpen en Leuven.  làgéér (Loksbergen), ruzie: rūūzə (Loksbergen) een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)] III-3-1
ruzie maken in mekander zijn: èn məkàndər zén (Loksbergen) ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)] III-3-1
ruziën in mekanderen zijn: èn məkàndərə zén (Loksbergen), ineen hangen: in īējən hángə (Loksbergen) ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1
sacramentsdag sacramentsdag: sakremènsdàg (Loksbergen) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sakremènspròsèsse (Loksbergen) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] III-3-3
sacristie sacristie: sakrestie (Loksbergen) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salpeter salpeter: sal`piǝtǝr (Loksbergen) Chemische stof waarmee bijen bedwelmd worden. [N 63, 77d, N 63, 77c; N 63, 77b; JG 1b] II-6
salueren aanslaan: de soldoute moette ensloa (Loksbergen) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1