e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aankloppen aanslagen: ɛnslōwǝ (Loksbergen) Het vlechtwerk met een slagijzer aanslaan, waardoor het een mooi aaneensluitend geheel wordt. In Stokkem (L 423) noemde men dit soort vlechtwerk geklopt werk (gǝklǫpt węrǝk). [N 40, 58; N 40, 118] II-12
aanmeten (de) maat nemen: dǝ mǭt nęjmǝ (Loksbergen) Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a] II-7
aanpunten van rechtopstaande wissen scherp maken: sxęrǝp mākǝ (Loksbergen) Met een mandenmakersmes het uiteinde van de wis aanpunten. Op deze wijze kan de wis gemakkelijker in de bodem gestoken worden. [N 40, 43] II-12
aanranden aanvallen: envalle (Loksbergen) aanranden [ZND 32 (1939)] III-3-1
aanstaan aanstaan: èn stən (Loksbergen), aantrekkelijk zijn: èntrékkələk zén (Loksbergen) behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] III-1-4
aanstoten bijstoten: bē̜stūwǝtǝ (Loksbergen) De rijen stenen op de droogplaats rechter maken door met de vorm zachtjes tegen de uitstekende stenen te stoten. [N 98, 79] II-8
aanvoeren - van spinmateriaal bijvoeren: bēvojǝrǝ (Loksbergen) Met de ene hand vezels uit de bussel spinmateriaal, die in de spinnersschort ligt, aanvoeren voor de hand die spint. [N 48, 33b] II-7
aanwezigheid daar zijn: tər zén (Loksbergen) de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)] III-4-4
aanwijzen wijzen: wijs (Loksbergen), wéjəzə (Loksbergen) arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)] III-1-4
aap aap: nen aap (Loksbergen) Aap. [ZND 32 (1939)] III-3-2