31039 |
aankloppen |
aanslagen:
ɛnslōwǝ (P047p Loksbergen)
|
Het vlechtwerk met een slagijzer aanslaan, waardoor het een mooi aaneensluitend geheel wordt. In Stokkem (L 423) noemde men dit soort vlechtwerk geklopt werk (gǝklǫpt węrǝk). [N 40, 58; N 40, 118]
II-12
|
28929 |
aanmeten |
(de) maat nemen:
dǝ mǭt nęjmǝ (P047p Loksbergen)
|
Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a]
II-7
|
32502 |
aanpunten van rechtopstaande wissen |
scherp maken:
sxęrǝp mākǝ (P047p Loksbergen)
|
Met een mandenmakersmes het uiteinde van de wis aanpunten. Op deze wijze kan de wis gemakkelijker in de bodem gestoken worden. [N 40, 43]
II-12
|
21488 |
aanranden |
aanvallen:
envalle (P047p Loksbergen)
|
aanranden [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
18887 |
aanstaan |
aanstaan:
èn stən (P047p Loksbergen),
aantrekkelijk zijn:
èntrékkələk zén (P047p Loksbergen)
|
behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
29725 |
aanstoten |
bijstoten:
bē̜stūwǝtǝ (P047p Loksbergen)
|
De rijen stenen op de droogplaats rechter maken door met de vorm zachtjes tegen de uitstekende stenen te stoten. [N 98, 79]
II-8
|
29340 |
aanvoeren - van spinmateriaal |
bijvoeren:
bēvojǝrǝ (P047p Loksbergen)
|
Met de ene hand vezels uit de bussel spinmateriaal, die in de spinnersschort ligt, aanvoeren voor de hand die spint. [N 48, 33b]
II-7
|
24977 |
aanwezigheid |
daar zijn:
tər zén (P047p Loksbergen)
|
de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18813 |
aanwijzen |
wijzen:
wijs (P047p Loksbergen),
wéjəzə (P047p Loksbergen)
|
arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22783 |
aap |
aap:
nen aap (P047p Loksbergen)
|
Aap. [ZND 32 (1939)]
III-3-2
|