e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stijgbeugels stijgbeugels: stibø̄gǝls (Loksbergen) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stikken stikken: stekǝ (Loksbergen), versmachten: vərsmāchtə (Loksbergen), verwurgen: vərwərəgə (Loksbergen) Naaien met de stiksteek. Zie ook het lemma ɛstiksteekɛ.' [N 62, 9; L 31, 46; Gi 1.IV, 16; MW] || Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] || Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)] II-7, III-1-2
stikzijde stikzij(de): stekzęǝjǝ (Loksbergen) Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57] II-7
stille regen zabberen: zàbərə (Loksbergen) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4
stilstaan hou: hōu̯ (Loksbergen) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stoel stoel: stūl (Loksbergen) stoel [ZND 07 (1924)] III-2-1
stof stof: stǫf (Loksbergen), stub: støͅb (Loksbergen), støͅp (Loksbergen) Benamingen voor stof in het algemeen. [N 62, 71a; MW] || stof [ZND 07 (1924)] II-7, III-2-1
stofblik blikspaan: blikspaan (Loksbergen) stofblik [ZND 21 (1936)] III-2-1
stok of twijg om een kind te straffen stek: stèk (Loksbergen) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stokbeitel steelbeitel: stęjlbęjtǝl (Loksbergen) In het algemeen een beitel met een steel. De stokbeitel wordt gebruikt voor het doorhakken, afhakken en splijten van warm of koud metaal. De smid houdt het werkstuk met een tang met de linkerhand op het aambeeld en zet met de rechter de beitel op de juiste plaats. De voorslager slaat vervolgens met een voor- of zijhamer op de kop van de beitel. Een beitel voor het bewerken van warm ijzer is altijd van een steel voorzien. Zie ook afb. 48. [N 33, 110; N 33, 113; N 33, 221; monogr.] II-11