e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suisse suisse (fr.): swis (Loksbergen) De ordebewaarder in de kerk, de suisse [kerkgendarme, kèrksjanderm, tseijes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
sukkelen sukkelen: sŏĕkələ (Loksbergen), sukele (Loksbergen) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] || Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (sukkelen, krenkelen, kwakkelen, op de sukkelbaan zijn). [N 107 (2001)] III-1-2
syfilis druiper: drəpər (Loksbergen) Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
tabak snuiven snuiven: e.a. opgaven  snø͂ͅvə (Loksbergen) tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabakspruim pruim: een streepje op de soi  prəm (Loksbergen), sjiek: sik (Loksbergen) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap teer: tə r (Loksbergen) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabernakel (Loksbergen) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: tōͅfəl (Loksbergen) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] III-2-1
tafelgebed bidden voor het eten: biddə vuir tēējətə (Loksbergen) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3
tak (alg.) tak: tekke (Loksbergen), (? - onduidelijk)  tàk (Loksbergen) Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [ZND 06 (1924)] III-4-3