e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de absolutie geven absolutie (<fr.) geven: apsəlūūsə gievə (Loksbergen) De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)] III-3-3
de baas spelen arrangeren: àrànzijrə (Loksbergen), beheren: bəhīērə (Loksbergen), beredderen: bəridərə (Loksbergen), moeial zijn: mòijəl zén (Loksbergen), overdonderen: uivər dòndərə (Loksbergen) de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] || de verantwoording hebben over een zaak of instelling [beheren, regeren] [N 85 (1981)] III-1-4
de binnenhak afwerken van voor schoonmaken: van vø̜jr sxǫjnmākǝ (Loksbergen) De binnenkant van de hak en de hakbodem van de klomp met de varshaak gladmaken. [N 97, 92] II-12
de binnenkant gladmaken schoonmaken: sxǫjnmākǝ (Loksbergen) In het algemeen met messen en haken de binnenkant van de klomp glad maken. [N 97, 95] II-12
de binnenrand bijsnijden breken: brē̜kǝ (Loksbergen) De scherpe kanten aan de binnenrand van de klompopening met behulp van het boordmes of de opsnijder bijwerken. [N 97, 93] II-12
de bodem bijsnijden en afwerken schoonmaken: sxǫjnmākǝ (Loksbergen) De ruw bewerkte bodem van de geheulde klomp met het bodemmes en de bodemhaak bijsnijden en glad afwerken. [N 97, 88] II-12
de catechismusles bijwonen naar de catechismus gaan: no də kattəkissəməs goin (Loksbergen) De katechismusles bijwonen. [N 96D (1989)] III-3-3
de communie brengen aan een zieke ons heer brengen: os hiejər bringə (Loksbergen) De communie brengen aan een zieke thuis, bijv. op de eerste vrijdag van de maand [inne ózzen Herrejot bringe, inne verzieë]. [N 96D (1989)] III-3-3
de dode naar de kerk brengen afdragen: afdrágə (Loksbergen) het lijk naar de kerk brengen [bijv. door buurtbewoners] [N 96D (1989)] III-2-2
de doodsklok luiden pasen luiden: ər løͅt pūsə (Loksbergen) Het luiden voor iemand die pas gestorven is, een overledene overluiden [t loet tsóm doeëd, de doodsklok luiden, iemand ovverluuje?]. [N 96A (1989)] III-3-3