e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de missie preken kruisweg doen: krəəsweg doen (Loksbergen), missie (<fr.) preken: missiepreikə (Loksbergen) De missie preken. [N 96B (1989)] III-3-3
de noodklok luiden noodluiden: nūwət lø͂ͅə (Loksbergen) Het luiden van deze klok. [N 96A (1989)] III-3-3
de omvang van een boom meten meten: mējǝtǝ (Loksbergen) De omtrek van een boom op borsthoogte met behulp van een centimeter opmeten. Sommige klompenmakers maten de stamomvang ook wel met uitgestrekte armen op. [N 97, 40] II-12
de portiuncula-aflaat verdienen portiunculen: pəschonkələ (Loksbergen, ... ) De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] || Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
de roepen krijgen geroepen worden: gəroepə zén (Loksbergen) De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)] III-3-3
de rozenkrans bidden bij een overledene gebedswake: gəbèdswāākə (Loksbergen) De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)] III-3-3
de stal uitmesten mesten: męstǝ (Loksbergen), schoonmaken: sxunmākǝ (Loksbergen) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de tafel dekken dekken: dèkke (Loksbergen) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de teen afwerken eggeren: ęgǝrǝ (Loksbergen) De teenholte van geheulde klomp met het teenmes ruimer maken en glad afwerken. [N 97, 90] II-12
de wand volvlechten vlechten: vløxtǝ (Loksbergen) De zijkanten van de mand met wissen verder volvlechten. [N 40, 62] II-12