e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaien draaien: druə (Loksbergen) draaien [ZND m] III-1-2
draaiende karnton botervat: [boter]vat (Loksbergen) De karnton wordt met een zwengel of een wiel zelf rondgedraaid. Deze ton, waarin de boter door draaien wordt gemaakt, draait zelf mee. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 56 en 58; L 1a-m; L 27, 30 en 69; JG 1a, 1b, 1d, 2c; Ge 22, 10, 26, 29, 34 en 37; A 7, 19; S 17; monogr.] I-11
draaihaak haak: hōk (Loksbergen) Elk van de zware, ijzeren haken in de vorm van een zwengel in bepaalde draaitoestellen, o.a. in het hakenbord en de touwslagersslede. [N 48, 63a; N 48, 63b] II-7
draaiing bijgeven bijdraaien: bē̜drō (Loksbergen) Er wat draaiing bijgeven om een streng van gelijke lengte als de andere strengen te krijgen. [N 48, 61b] II-7
draaiing uitlaten losdraaien: lǫsdrō (Loksbergen) Wat draaiing uit de strengen laten om hierdoor een streng van gelijke lengte te krijgen. [N 48, 61a] II-7
draaijongen draaier: drǫwǝr (Loksbergen) Jongen die het spinnewiel draait. [N 48, 4] II-7
draaikolk kolk: kòlək (Loksbergen) kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)] III-4-4
draaitoestel draaigetuig: drōgǝtø̜̄x (Loksbergen) Toestel met haken en zwengel in een plank, gebruikt om touw te slaan. [N 48, 67a] II-7
dracht, drachtig zijn dracht: draxt (Loksbergen), nest: nést (Loksbergen), worp: wərp (Loksbergen) dracht [ZND m] || Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)] III-4-2
drachtige merrie vol: vǫl (Loksbergen) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9