33605 |
enten |
greffelen:
grɛfələ (P047p Loksbergen)
|
[RND 04]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
àvəlop (P047p Loksbergen),
ènvlòp (P047p Loksbergen)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
ziekte die voortgaat:
dij zikte gie voets (P047p Loksbergen)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epistəl (P047p Loksbergen)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22433 |
ereboog |
triomfboog:
triomfbaug (P047p Loksbergen)
|
Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
boog:
baug (P047p Loksbergen)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
èrfənis (P047p Loksbergen)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18837 |
ernstig |
menens:
mèènəs (P047p Loksbergen)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛt (P047p Loksbergen)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
24529 |
es |
es:
eͅs (P047p Loksbergen)
|
es (boom) [ZND m]
III-4-3
|