18121 |
fijt |
fijt:
fēͅət (P047p Loksbergen),
fééjət (P047p Loksbergen)
|
fijt [ZND m] || nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21853 |
filiaal |
bijhuis:
bééhəəs (P047p Loksbergen)
|
de tak van een handelshuis op een andere plaats dan waar het hoofdgebouw gevestigd is, bijwinkel [succursaal, filiaal, bijwinkel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24146 |
fladderen |
fladderen:
fladərə (P047p Loksbergen)
|
fladderen [ZND m]
III-4-1
|
23264 |
flambouw |
flambouw (<fr.):
flambóó (P047p Loksbergen),
lamp:
làmp (P047p Loksbergen)
|
Een lantaarn met daarin een brandende kaars die tijdens de processie naast het Allerheiligste werd meegedragen, flambouw. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
28758 |
flanel |
flanel:
fǝrnɛl (P047p Loksbergen)
|
Lichte en losse, weinig gevolde wollen of halfwollen stof, met een glad of gekeperd weefsel (Van Dale, pag. 774). Flanel wordt veel gebruikt voor nacht- en sportkleding. [N 62, 89a; N 59, 201; N 62, 75f; N 62, 75b; MW; monogr.]
II-7
|
28759 |
flanel voor hemden, werkhemden |
hemdenstof:
hømǝstǫf (P047p Loksbergen)
|
In het garen met wit-rood-blauwe strepen geverfd katoenflanel. [N 62, 89c]
II-7
|
30800 |
flank |
flank:
flaŋk (P047p Loksbergen)
|
Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10]
I-9
|
18010 |
flauwvallen |
kwalijk vallen:
kòilək zén (P047p Loksbergen),
van zijn sus vallen:
van zénə sus vàlə (P047p Loksbergen)
|
Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] || zwijm: In onmacht, in zwijm vallen (bezwijmen, vallen, zwijmelen, zwinden, kwalijk worden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21805 |
flemen |
aftroggelen:
aftrəchələ (P047p Loksbergen)
|
vragen op een vleiende toon [afkuiten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
17989 |
flets |
flets:
flèts (P047p Loksbergen)
|
Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)]
III-1-2
|