e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een keldergewelf maken welven: wɛlvǝn (Lommel) Wanneer men een kelder van troggewelven wil voorzien, worden er eerst van muur tot muur ijzeren profielbalken gelegd op een onderlinge afstand van 1,5 m. Tussen de balken worden vervolgens de gewelven gemetseld, waarbij als tijdelijke steun een formeel wordt gebruikt. [N 32, 20c; monogr.] II-9
een kring op de grond trekken een ring op de grond maken: ne rink op de grond maoken (Lommel), een ring op de grond trekken: grond: o als korte oo  ’ne rink op de grond trei-en (Lommel), k wordt niet uitgesproken  ne rink op de grond trekken (Lommel) Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)] III-3-2
een kuil graven een kot maken: kot maken (Lommel), graven: graven (Lommel), spaden: spaaien (Lommel) Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)] III-1-2
een lelijk gezicht trekken (een) grimas maken: ə grimas makən (Lommel), (een) lelijk gezicht trekken: jeͅlək gəzicht treͅ⁄ə (Lommel), ən lelək chəzicht tre⁄ən (Lommel), (een) lelijke snuit trekken: ən lelə⁄ə snøͅyt tre⁄ən (Lommel), (een) snuit trekken: snøͅitreͅ⁄ə (Lommel), een vieze snuit trekken: ən vizə snoͅyt tre⁄ən (Lommel) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een list gebruiken afleiden: afleijen (Lommel) een list gebruiken bij het kaarten [finten] [N 112 (2006)] III-3-2
een muur opmetselen metsen: [metsen] (Lommel) Al metselend een muur laag na laag hoger maken. Een muur die zo werd opgetrokken werd in K 353 een 'muur in opbouw' ('mȳr en up˱bē̜jǝf') genoemd. Het resultaat was volgens een aantal invullers een 'volle muur' ('volǝ mȳr', K 353; 'volǝ myǝr', K 278; 'vǫlǝ mūr', Q 197, 197a; 'vol mūr' L 364). Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen de lemmata 'Metselen' en 'Muur'. [N 31, 27; N 31, 32b; monogr.] II-9
een muur voegen een gevel voegen: nǝ gęvǝl vugǝ (Lommel) De voegen tussen metselstenen met voegmortel opvullen. Voegwerk wordt doorgaans na het metselwerk uitgevoerd. De voegen worden daartoe met behulp van de voegkrabber ter diepte van 1,5 √† 2 cm uitgekrabd waarna de mortel vanaf een plankje door middel van een voegspijker in de voeg wordt gebracht. Voor de lintvoegen gebruikt men een lange voegspijker, voor de stootvoegen een korte. [N 32, 32; monogr.] II-9
een muur waterpassen passen: pasǝn (Lommel) De horizontale stand van een muur controleren met behulp van de waterpas. [N 31, 10c; monogr.] II-9
een paar schoenen een koppel schoenen: Sub paar: zie ook koppel.  koͅpəl} schoen (Lommel), een paar schoenen: ə paor schoeŋ (Lommel), Zie ook koppel.  poͅuər} schoen (Lommel) een paar [schoenen] || schoenen, paar ~ [N 24 (1964)] III-1-3
een paar sokken een paar sokken: ə paor zök (Lommel) kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)] III-1-3