e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hees, schor hees: heejes (Lommel), hejəs sen (Lommel), hes (Lommel) hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heet, hitsig vuil: vø͂ͅl (Lommel) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
heg, haag tuin: tø͂ͅi̯n (Lommel) haag als heining om een stuk land of als versiering voor het huis III-2-1
heggenmus hegmus: heͅgmøͅs (Lommel), mossenpieper: Frings, omgesp.  moͅsəpipər (Lommel), in wb: "haagmus"; contaminatie met mus; of samenstelling met mos?  moͅsəpipər (Lommel) heggemus || heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1
heibezem heibezem: = b\'s\\m  hɛi̯ bɛsəm (Lommel) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heidehoning heidehoning: heidehoning (Lommel) Honing afkomstig van de heidebloesem. De heide was in oude tijden de belangrijkste honing- of drachtbron. Maar hoeveelheid en kwaliteit van de heide zijn in de afgelopen decennia zienderogen achteruitgegaan. Hij is goudbruin van kleur en heeft een pittig en sterk aroma. [N 63, 112b; JG 1a; Ge 37, 133; monogr.] II-6
heilig heilig: heͅləx (Lommel) Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilig oliesel heilige olie: heͅləgən olij (Lommel) Het H. Oliesel, sacrament voor de zieken/stervenden [letste öloeng]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilige communie communie (<lat.): kemuuni-j (Lommel) De H. Communie [kómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilige drievuldigheid heilige drievuldigheid: hellige drievuldighè (Lommel) De heilige Drievuldigheid, Drieënheid. [N 96D (1989)] III-3-3