e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inkt inkt: das blaauwe ênk (Lommel), das blaawen enk (Lommel), dei is bloauwen eink (Lommel), dès blaawen ênk (Lommel), d⁄es in blawe ink (Lommel) Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)] III-3-1
inkuilen inkuilen: inkø̜̄lǝn (Lommel), kuilen: kø̜̄lǝ (Lommel) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
inkuipen intassen: intasǝ (Lommel) De stukken vlees rangschikken in de houten kuip waarin ze bewaard worden. Volgens een aantal respondenten (L 163, 265, Q 118, 121, 198) worden de schenken op de bodem gelegd en daarbovenop het spek. Schouderstukken en poten worden ertussen gelegd (L 265). Bovenaan komen ook de ribben te liggen (L 330). [N 28, 111; monogr.] II-1
inleesten terug op de leest zetten: terug op de leest zetten (Lommel) De schoen weer op de leest wringen, nadat deze voor een bepaalde bewerking ervan is afgehaald. [N 60, 162] II-10
inleggen (in een voor) inleggen: inlęgǝ(n) (Lommel), leggen: lęgǝ(n) (Lommel) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inmaken zuurkolen: zuurkool inmaken. Dit werk werd door verschillende buren gezamenlijk gedaan: kooljacht (k#ljÅxt)  zūrkoͅlən (Lommel) ingemaakte witte kool [Goossens 1c (1955b)] III-2-3
inplak inleg: inleg (Lommel), opvulsel: opvulsel (Lommel) Stukjes ingeplakt afvalleer of teervilt waarmee men holtes opvult, die ontstaan door oneffenheden onder aan de binnenkant, vooral door het onderzetten van de cambreur. Volgens de informant van Q 253 bestaat de ziel uit twee dunne stukjes hard leer, op elkaar los ingewerkt tussen de bal van de hak. Deze worden er ingewerkt om de schoen te laten kraken. [N 60, 91; N 60, 172a; N 60, 172b] II-10
inplak [wld ii.10, p. 42] inleg: inleg (Lommel) Stukjes ingeplakt afvalleer of teervilt om holtes op te vullen die ontstaan door oneffen heden onder aan de binnenkant, vooral door het onderzetten van de cambreur? (inplank, inleg?) [N 60 (1973)] III-1-3
inplakzool inplakbinnenzooltje: inplakbinnenzooltje (Lommel) Het zooltje dat in het betere schoeisel ingeplakt wordt. [N 60, 171c] II-10
inplakzool [wld ii.10, p. 35] inplakbinnenzooltje: inplakbinnenzooltje (Lommel) Het zooltje dat in betere damesschoenen ingelijmd wordt? (inplakzooltje?) [N 60 (1973)] III-1-3