e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kameel kameel: kameiəl (Lommel), kɛmejəl (Lommel) Kameel. || kameel: Hoe noemt u in uw dialect het grote zoogdier dat twee bulten op de rug heeft en in de woestijn leeft? [N 100 (1997)] III-3-2
kamer kamer: kāmər (Lommel) kamer III-2-1
kamerjas kamerjas: kamerjas (Lommel), peignoir (fr.): pənwār (Lommel), pənwàr (Lommel) kamerjas [sjamberloe] [N 23 (1964)] || peignoir III-1-3
kamizool kamizool (<fr.): kaməzouəl (Lommel) kamizool III-1-3
kammen kammen: kammen (Lommel), kamən (Lommel), kemmen (Lommel), kèmme (Lommel), kèmmen (Lommel) kammen [ZND 27 (1938)] III-1-3
kan kan: kan (Lommel) kan III-2-1
kandelaar kandelaar: kandelèr (Lommel), kandəlɛ̄r (Lommel) kandelaar || Kandelaar. Hoe heet een kandelaar, zoals er vroeger langs beide zijden op de schoorsteen stonden ? [ZND 37 (1941)] III-2-1
kaneel kaneel: kaneiəl (Lommel) kaneel III-2-3
kans kans: kàns (Lommel) kans III-1-4
kantelaaf rijdag: ręjdáx (Lommel) De dagzijde van een muuropening, voor zover die vóór een kozijn in het zicht komt. De breedte van de kantelaaf is afhankelijk van de dikte van de muur en de breedte van het kozijnhout. [N 32, 11e; N 55, 149a; monogr.] II-9