e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkklok klok: de klepel van de klok (Lommel) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] III-3-3
kerkuil kerkuil: keͅrəkøͅi̯l (Lommel), Frings, omgesp.  keͅrəkøͅyl (Lommel) uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)] III-4-1
kermis kermis: kErremees (Lommel), kɛrməs (Lommel), mergen ist keirmis (Lommel), mergen ist kermis (Lommel), mèrgen ist kermis (Lommel), mérgen isr kèrmis (Lommel), ne kĕirmis (Lommel), Kermis houden. Op de kermis komen (bij familieleden gaan feestvieren).  keͅrəməs (Lommel) kermis [GTRP (1980-1995)], [RND] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kermisgeld kermis: (de) kermis (Lommel), kermisgeld: Ss. sub kermis.  kermisgeld (Lommel) [Kermisgeld]. || een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi] [N 112 (2006)] III-3-2
kermismolen paardenmolen: Ss. sub paard.  päiərəm"lən (Lommel) Paardenmolen. III-3-2
kermismuziek muziek: (t) meziek (Lommel) de muziek die te horen is op kermissen [spel] [N 112 (2006)] III-3-2
kers, zoete soorten kers: keiəs* (Lommel) kers I-7
kersenpannenkoek kersenkoek: Syst. Grootaers  kē(i̯ə)zəkuk (Lommel) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstlied kerstliedje: kärs(t)lij?ən (Lommel) Kerstliedje. III-3-2
kerstmis kerstmis: kersmis (Lommel), kèsmis (Lommel), köstmis (Lommel) Hoe vertaalt men in uw dialect: Kerstmis? [ZND 20 (1936)] || Kerstmis. [ZND 42 (1943)] III-3-3