e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kop van de schoof kop: kǫp (Lommel) De bovenkant van de schoof, daar waar zich de aren bevinden. Zie afbeelding 7. [N 15, 21b; JG 1b] I-4
kop verwijderen kop afsteken: kǫp afstɛʔǝ (Lommel) Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.] II-1
kopdorser hekel: heʔǝl (Lommel), kopdorser: kǫp˱dǫsǝr (Lommel), pin: pen (Lommel) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kopergeld kopergeld: ps. omgespeld volgens Frings.  kōpərgɛlt (Lommel) koperen of bronzen geldstukken [rode loop?] [N 21 (1963)] III-3-1
koperwiek koperwiek: kopərwik (Lommel) koperwiek (21 lijkt op zanglijster [019], maar met rossige plek op zij en vleugel; alleen op trek en s winters, meestal in grote troepen; roep schril [srieieieie]; zachte zang [N 09 (1961)] III-4-1
kopje jatte (fr.): žat (Lommel) kopje, kop III-2-1
kopjeduikelen kopjekraai schieten: køͅp`əkrāēj sxitə (Lommel), koppekraai schieten: Alleen in verbinding met ww. van beweging als gaan, schieten, springen, vliegen.  koͅpəkräi schieten (Lommel) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] || Koppekraai: Kopjebuitelen, kopjeduikelen. III-3-2
kopnet kopkleed: kǫpklēi̯t (Lommel) Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a] I-10
koppelen vastmaken: vastmaken (Lommel) Het met een touwtje aan elkaar binden van een paar schoenen. [N 60, 222d] II-10
koppenlaag kopse laag: kǫpsǝ lāx (Lommel) Laag in hun breedterichting liggende bakstenen. Zie ook afb. 38 en 41. [N 31, 23b; monogr.] II-9