e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kramsvogel kramsvogel: kramsvogəl (Lommel), tjakker: tjaʔər (Lommel), Frings, omgesp.  tjaʔər (Lommel) kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
kransbottine bottine met riempje: bottine met riempje (Lommel) Een bottine met een aaneengesloten stuk leer rond de voet. Zie tek. 206f,g. (kransbottine, kranslaarsje?) [N 60 (1973)] III-1-3
kransmolière kransmolire (<fr.): kransmolière (Lommel) Hoe noemt u het model van tek. 210 (kransmoliäre?) [N 60 (1973)] III-1-3
krant gazet (<fr.): gazet (Lommel) krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
krassen schramen maken: schraamen maaken (Lommel, ... ), strepen maken: streep maoken (Lommel, ... ) krassen [ZND 01 (1922)] || krassen (van een schone tafel) [ZND 28 (1938)] III-4-4
kreeft kreeft: krĕift (Lommel), alles ingevoerd onder ZND 01, a-m  kreeft (Lommel), ook in ZND 28, 048  krift (Lommel) kreeft [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-2-3
krekel kreek: kre’ek (Lommel), krik (Lommel) krekel [Willems (1885)] III-4-2
krentenbaard baardziekte: baardziekte (Lommel), krentenbaard: krentenbaard (Lommel) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)] III-1-2
krentenbol krentenbolletje: Syst. Grootaers  krentəbøͅlʔs (Lommel) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krente-broo-wed (Lommel), krentenkoek: kreͅntəkuk (Lommel), Syst. Grootaers  krentəkuk (Lommel), verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krintɛkoek (Lommel), krentenmik: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krintemik (Lommel) brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3