e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paradijs paradijs: parədeͅis (Lommel) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
paraplu paraplu: ne parapluj (Lommel), ne parrblu (Lommel), paraplu (Lommel), pärəplyi (Lommel, ... ) paraplu [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)] III-1-3
parel parel: pa:rəl (Lommel), parel (Lommel) Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] III-1-3
paren van de duiven paren: pōͅrə (Lommel) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum reuk: rø͂ͅk (Lommel), reuksel: reuksel (Lommel) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] III-1-3
parochie parochie: pəroͅxij (Lommel), `dorp`  `n parochij (Lommel), `kerkelijke gemeente met een pastoor`  `n parochie (Lommel) Een parochie. [N 96D (1989)] || Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kø̜̄kskǝn (Lommel), kø̜kskǝ (Lommel), pulletje: pølǝʔǝ (Lommel) [N 19, 40b] I-12
pasbrug lift: left (Lommel) Het horizontale balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waar de zwengel en de spil op rusten. De pasbrug is aan één uiteinde scharnierend vastgezet en rust met het andere uiteinde op de lichtboom. [N D, 21] II-3
pasen pasen: pa͂se vaalt la͂t (Lommel), poschen velt loͅət (Lommel), posschen vèlt lauet (Lommel) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pasgeboren kalf nuchter kalf: nøxtǝrǝ [kalf] (Lommel) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11