e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pinkelhoutje kis: de kis (Lommel) Hoe heet het kleine stokje uit 65a dat wegvliegt? [ZND 34 (1940)] III-3-2
pinksteren pinksten: pinksen (Lommel), sinksen: sinksen (Lommel), sinxen (Lommel) Hoe heet de 50e dag na Pasen: Pinksteren of Sinksen? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pinnen pinnen: pinnen (Lommel) Het leer door middel van houten pennen machinaal of met de hand bevestigen. [N 60, 148a] II-10
pinstokken (voor de slee) ijspikken: de dubbele k valt dus weg  eispiʔən (Lommel), pinnen: pinnen (Lommel) Hoe heten de stokken waarmee een kleine ijsslede wordt voortgeduwd? [ZND 40 (1942)] III-3-2
pioen cornelisroos: -  corneləsros (Lommel), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  cornelèsroos (Lommel), pinksterbloem: -  pinksterbloem (Lommel), ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  pinksterbloem (Lommel) Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.) I-7, III-2-1
pissebed wild varken: oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)  wild verreken (Lommel) pissebed, keldermot [GV K (1935)] III-4-2
pit van een steenvrucht kern: kjen (Lommel), kjɛn* (Lommel), ook: ZND 27, vr. 79  ki-en (Lommel), steentje: əstieentjes (Lommel) kern [ZND 01 (1922)] || pit, kern ve vrucht I-7
pit, kern van fruit kern: kjen (Lommel, ... ), kjɛn (Lommel), steentje: əstieentjes (Lommel, ... ) [RND 07] [ZND 01 (1922)] [ZND 27 (1938)] I-7
plaatleest leest met plaat: leest met plaat (Lommel) De houten leest die aan de onderzijde met een ijzeren plaat is beslagen. "De voor blokwerk gebruikte leesten zijn met ijzer beslagen, daar hier in tegenstelling met het schootwerk uitsluitend met spijkers gewerkt wordt, die nu op de ijzeren plaat afstooten. In deze beschermingsplaat zijn drie gaten, een midden onder de zool, een onder de hak en een in het geleng. Deze dienen om met groote spelnagels de binnenzool voorlopig vast te slaan op de leest." (Directie, pag. 303). [N 60, 189a] II-10
plaats waar men het slachtvee treft om het te verdoven voor op de kop: vø̄r obǝ kǫp (Lommel) Verdooft men het dier met het schietmasker, dan moet de pin de kop binnendringen op het snijpunt van de lijnen linkerhoorn-rechteroog en rechterhoorn-linkeroog. Verdooft men het dier met een hamer of iets dergelijks, dan slaat men het doorgaans de schedel is. [N 28, 7; monogr.] II-1