e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sneeuwbal sneeuwbol: sneeuwbolle werpen (Lommel), Ss. sub sneeuw.  sneeuwbol (Lommel) [Sneeuwbal]. || met sneeuwballen naar elkaar gooien [ruiken] [N 112 (2006)] III-3-2
sneeuwbes paffertje: -  pefferkes (Lommel, ... ) sneeuwbes (Symphoricarpus racemosus) [DC 56 (1981)] III-4-3
sneeuwbui sneeuwbui: snejewbəj (Lommel), sneeuwbuig: sneiəwbøͅyg (Lommel) sneeuwbui, sneeuwvlaag [sneeuwvlei] [N 22 (1963)] III-4-4
sneeuwen sneeuwen: ps. omgespeld volgens Frings!  snei̯əu̯ən (Lommel) sneeuwen III-4-4
sneeuwklokje sneeuwklokje: -  sneeuwkloksken (Lommel) sneeuwklokje [DC 56 (1981)] III-4-3
sneeuwman sneeuwman: Ss. sub sneeuw.  sneeuwman (Lommel) [Sneeuwman, sneeuwpop]. III-3-2
sneeuwx meuw: mejəw (Lommel), sneeuw: snééw (Lommel), ps. omgespeld volgens Frings!  snei̯əu̯ (Lommel) sneeuw [RND] || sneeuw [schimmel] [N 22 (1963)] III-4-4
snelbindende cement rapid: rapit (Lommel), rappe cement: rapǝ sǝmɛnt (Lommel) Cementsoort waarbij het binden, het proces van opstijving, een half uur na het aanmaken met water plaats heeft. Volgens de invuller uit Q 121 ontstaat snelbindende cement wanneer aan cement kalk en gips worden toegevoegd. Het gips bindt snel en werkt als een verharder. Snelhardende cement wordt gebruikt om gaten in muren bij te werken. [N 30, 35b; monogr.] II-9
sneltrein expres (<fr.): een ekspresse (Lommel), nɛn exprès (Lommel) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1
snijbonen snijbonen: sneͅiboͅn* (Lommel) snijboom I-7