e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stamboekkoe volbloed: vǫlblut (Lommel) Koe van geregistreerde afstamming. Zie ook de toelichting bij het lemma ''koe van geregistreerde afstamming'' in wbd I.3, blz. 330. Zie afbeelding 2. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3c; monogr.] I-11
stamboekstier stamboekstier: stambukstīr (Lommel) Stier waarvan de gegevens betreffende afkomst e.d. in een stamboek staan ingeschreven: raszuivere stier. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b] I-11
stamper dammer: damǝr (Lommel), domper: dōmpǝr (Lommel), stamper: stampǝr (Lommel) Blok, voorzien van één of twee handvatten, dat wordt gebruikt om zand- en kalkkluiten fijn te maken, beton aan te stampen en aarde vast te drukken. Een stamper kan van hout of ijzer vervaardigd zijn. Zie ook afb. 7. [N 30, 20; monogr.] II-9
stamppot hutsepot: hutspot ?  høtsəpoͅt (Lommel), potage: pətazij (Lommel), stomp: Syst. Grootaers wrs. stamp maken  stoͅmb (Lommel) hutsepot || Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || stamppot, puree III-2-3
stand stand: stand (Lommel) Het met zool en hak recht op de grond staan, gezegd van schoeisel. [N 60, 225a] II-10
standbeeld standbeeld: sta͂mbe̞lt (Lommel) standbeeld [RND] III-3-2
stapelwerk voorraad: voorraad (Lommel) De voorraad gangbare, goedkope schoenen die men in slappe tijden aanlegt en voorlopig opslaat. [N 60, 224] II-10
stapvoets gaan stappen: stapǝn (Lommel) De langzaamste gang van het paard (stap, draf, galop) waarbij de vier voeten in de volgende volgorde opgeheven en weer neergezet worden: links achter, links voor, rechts achter, rechts voor, links voor, rechts achter, rechts voor en links achter. Zijn de vier hoefslagen niet duidelijk hoor- en zichtbaar, dan noemt men de stap onregelmatig. Zie afbeelding 8. [N 8, 81a] I-9
steek steek: mɛsstek (Lommel), steek (Lommel, ... ), stek (Lommel), stèk (Lommel), stoot: stoeët (Lommel) De doorgehaalde draad in de groef; ook de manier van naaien. [N 60, 111a] || een steek (van een mes) [ZND 31 (1939)] || steek, hoed waarvan de (gedeeltelijke opgeslagen) luifel in twee punten uitloopt (zoals de militarie steek) [suuberood, severo, tööt] [N 25 (1964)] II-10, III-1-2, III-1-3
steek -als eenheid van maat engelse steek: engelse steek (Lommel), franse steek: franse steek (Lommel) Benaming voor verschillende maten of de eenheid van maat. Er zijn diverse eenheidsmaten van de schoenmakers. Men kent een Franse steek van 2/3 cm en een Engelse van 8,5 mm. Volgens de informant van L 293 wordt de Hollandse maat weinig gebruikt; bij deze is maat 45 30 cm. De Franse maatberekening berust op het berekenen van de balmaat en de andere maten op de lengte van de leest, die in Franse steken is aangeduid. De verhouding van steken tot centimeters is: drie steken is gelijk aan twee cm. [N 60, 152c] II-10