e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuieren tuieren: tøu̯ǝrǝn (Lommel), tø̜̄u̯ǝrǝ (Lommel) Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.] I-11
tuierhamer klophamer: klǫphāmǝr (Lommel), tuierhamer: tø̜u̯ǝrhāmǝr (Lommel) De zware, houten hamer waarmee men de tuierpaal in de grond drijft. [N 14, 73b en 74; N 3A, 14h; A 17, 20; monogr.; add. uit N 14, 71; S 15] I-11
tuierpaal staak: stā.k (Lommel), tuier: tø̜i̯ǝr (Lommel), tuierpaal: tø̜i̯ǝrpǭu̯ǝl (Lommel), tuierstaak: tøu̯ǝrstāk (Lommel) De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71] I-11
tuierplaats tuier: tø̜i̯ǝr (Lommel) Cirkelvormig stuk weiland dat een getuierde koe of geit kan afgrazen. [N 14, 72; monogr.] I-11
tuiertuig tuier: tøi̯ǝr (Lommel) Het tuiergereedschap in het algemeen. [N 3A, 14h] I-11
tuin hof: hoͅf (Lommel) tuin, moestuin, bloementuin III-2-1
tuinbonen labbonen: labboene (Lommel), paardsbonen: pèerdebone (Lommel) I-7
tuinfluiter mossenpieper: onduidelijk  mosəpiper (Lommel) tuinfluiter (16 donkerder dan grasmus [045]; niet zo talrijk; in bosstruiken; nest graag in braamstruiken; roep hard [tek]; zang is lang, vrij laag en brobbelend [N 09 (1961)] III-4-1
tuingeranium geranium: žɛranəjøm (Lommel) geranium III-2-1
tuinkervel kervel: keͅrəvəl (Lommel), kɛrəvəl* (Lommel), ook: ZND 15, vr. 7 en 1u; op trefwoordniveau ingevoerd en als "opgave" gekopieerd  kervel (Lommel) [Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)] I-7