e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verse koe verse koe: vǫsǝ kui̯ (Lommel), vǭsǝ kuj (Lommel) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versieren (met bloemen) sieren: sieren (Lommel), versieren: versieren (Lommel) met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren] [N 112 (2006)] || Versieren. [Willems (1885)] III-3-2
versiersel briljanten (mv.): Briljanten.  breljantən (Lommel), opmaken (ww.): opmaken (Lommel) Versiersel. Voorwerpen die tot versiering dienen [sier(sel), smeer, (op)smuk, opmaak, opschik, tooi] [N 114 (2002)] III-1-3
verslachten uitlopen: øtlōpm (Lommel) Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97] II-1
versleten rats versleten: rats versleten (Lommel), versleten: versleten (Lommel, ... ), vərsle.tən (Lommel) Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
versnijden inspringen: inspreŋǝn (Lommel) Een muur vanaf een bepaald punt minder dik verder bouwen, bijvoorbeeld door van tweesteens naar anderhalfsteens of, volgens de invullers uit L 320a en L 382, van steens naar halfsteens over te gaan. [N 31, 46a] II-9
verspreid gras sprei: sprɛi̯ (Lommel) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3
verstand verstand: vərstàànt (Lommel) verstand III-1-4
verstandig verstandig: vərstänəch (Lommel) verstandig III-1-4
verstandskies wijsheidstand: weͅiseͅ(i)tstant (Lommel), weͅisheͅidstān (Lommel), weͅisheͅitstant (Lommel), wijsheidstand (Lommel) verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)] || Verstandskies, wijsheidstand [N 106 (2001)] III-1-1