e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vestzakje vestbuideltje: vestbuilke (Lommel), vestenbuideltje: vesəmbøͅl?jən (Lommel) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vet vet: Syst. Grootaers  vɛt (Lommel) Wat verstaat u onder: brui (groente, kool of vleesnat?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] III-2-3
veter nestel: nɛstǝl (Lommel) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10
vetgat vetgat: vetgat (Lommel) Het ondiepe gat in de poot van een werktafel dat gevuld is met vet dat dient om de els glad te maken. [N 60, 193c] II-10
vetkoe vetkoe: vɛt[koe] (Lommel) Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.] I-11
vetleren schoen pinkschoen: pinkschoen (Lommel) Hoe noemt men in het algemeen een vetleren schoen? [N 60 (1973)] III-1-3
vetleren schoen voor de boer boerenwerkschoen: Hoge schoenen met dikke zool en dik bovenleder.  boerewerkschoenen (Lommel) Een ruwgemaakte, vetleren schoen, zwaar van kaliber en oerdegelijk, bedoeld voor de boeren bij het landwerk (ploegschoen, sokschoen?) Hoe ziet deze er uit? [N 60 (1973)] III-1-3
vetmesten vetten: vętǝ (Lommel) Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.] I-11
vetpot vetpot: vɛtpoͅt (Lommel) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
vetweide vetwei: vɛtwāi̯ (Lommel), vɛtwęi̯ (Lommel), vɛtwɛi̯ (Lommel) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8