e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dekzeil bâche: bas (Lommel), dekkleed: dękkleǝt (Lommel) Zeil dat de rug van het paard bedekt als het regent. [JG 1a, 1b] I-10
dempig dempig: dɛmpǝx (Lommel), kort van adem/asem: kǫrt van osǝm (Lommel), longscheutig: lǫŋsxø̄tex (Lommel) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
denken denken: déngʔən (Lommel) denken III-1-4
dennennaalden dennennaalden: dènnenoljden (Lommel), dennenspelden: dènnenspellen (Lommel) dennenaald [ZND 01 (1922)] III-4-3
dennenwortel penwortel: peͅnwoͅrtel (Lommel) penvormige wortel van een denneboom [N 27 (1965)] III-4-3
derbybottine derbybottine: Informant antwoordt alleen met "ja".  derby}bottine (Lommel) Het model dat op tek. 206b wordt afgebeeld (derby-bottine?) [N 60 (1973)] III-1-3
derde grasoogst nawei: nāwɛi̯ (Lommel) Het gras dat in de derde beurt wordt afgegraasd; vaak vindt men dezelfde naam als de derde hooioogst, die immers ook vaak wordt afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 129c] I-3
derde hooioogst derde snede: dęrdǝ snēi̯ (Lommel) Uitdrukkelijk gevraagd naar de derde hooioogst, gaven sommige informanten de volgende antwoorden; vaak werd deze derde oogst echter niet meer gemaaid maar door de koeien of schapen afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128d] I-3
derdeling derling: dɛrleŋ (Lommel) Derde zwerm of tweede nazwerm. Na de eerste nazwerm of de tweede zwerm kan enkele dagen later een tweede nazwerm volgen. [N 63, 29c; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5, 7; L 1a-m; A 9, 6; monogr.] II-6
deugd deugd: ducht (Lommel) Deugd. [N 96D (1989)] III-3-3