e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopvont doopvont: dô.pfû.nt (Lommel) doopvont [RND] III-3-3
door water het lopen met schoeisel aan baden: boͅwəjən (Lommel), dabberen: dabərən (Lommel), klotsen: klotsə (Lommel) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
doordeweekse (werk)schort blauwe voorschoot: blauwe voorschoot  blawə vöschowət (Lommel) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkendaagse klederen: swerkendaagse kleder (Lommel), `s werkendaagse kleren: swärən?əndāxsəkleiər (Lommel), B.v. s werkendaags kostuum; s werkendaags gekleed.  swarəkəndaxs+ə kleiər (Lommel), werkendaagse kleren: werkendaagse kleren (Lommel) De kleren die men in de week draagt. [DC 62 (1987)] || door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] || s werkendaags III-1-3
doordeweekse muts trouwmuts: troͅumøts (Lommel) muts, witte ~ zonder poffer voor door de week, voor oudere en minder gegoede vrouwen ook voor s zondags {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
doorgenaaid werk doorgenaaid werk: doorgenaaid werk (Lommel) Het schoenwerk dat met de doornaai-methode vervaardigd wordt. [N 60, 161b] II-10
doormidden gesneden beschuitbol beschuit: bǝsxøjt (Lommel) De benamingen kunnen ook slaan op de bovenste of onderste schijf van de beschuitbol. [N 29, 62c] II-1
doormidden snijden van beschuitbollen snijden: snɛjn (Lommel) [N 29, 62a; N 29, 62b] II-1
doorn, stekel doorn: douərən (Lommel) doorn III-4-3
doornaaien doornaaien: doornaaien (Lommel) Met behulp van een machine of met de hand zool, tussenzool, binnenzool en overleer met één steek aan elkaar naaien. Vooral voor werkschoenen is dit het ge√´igende procédé. Evenwel wordt het bij handwerk zo veel mogelijk vermeden, omdat het een zwaar karwei is. [N 60, 161a] II-10