17985 |
epidemie |
besmettelijke ziekte:
besmettelij(k)e ziekte (K278p Lommel),
besmettelijke ziekte (K278p Lommel),
pluier:
pluier (K278p Lommel),
ziekte die besmettelijk is:
die ziekte is besmettelijk (K278p Lommel),
ziekte die voortgaat:
die ziekte gaat voort (K278p Lommel),
diej ziekte git vort (K278p Lommel)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie, besmettelijke ziekte). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
28681 |
ericaborstel |
heiborstel:
heiborstel (K278p Lommel)
|
Bepaald soort borstel met beweeglijke stalen pennen die de heidehoning in de raat moet losmaken, voordat hij geslingerd wordt. Sommige honingsoorten, met name de heidehoning, laten zich niet gemakkelijk slingeren door hun eigenschap van vast worden. Deze honing moet dan eerst door een borstel of iets dergelijks losgemaakt worden. Voor het gebruik moet men de borstel opwarmen. [N 63, 125a; monogr.]
II-6
|
18837 |
ernstig |
gemeend:
gemend (K278p Lommel),
menens:
mènnes (K278p Lommel),
serieus:
serieus (K278p Lommel),
sərjéús (K278p Lommel)
|
het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] || serieus
III-1-4
|
20226 |
erven (ww.) |
erven:
èrrəvən (K278p Lommel)
|
erven
III-2-2
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛrt (K278p Lommel),
ɛrt* (K278p Lommel),
ɛrǝt (K278p Lommel),
ɛt (K278p Lommel)
|
erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5, I-7
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
ranken:
raŋə (K278p Lommel)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
24729 |
esdoorn |
es:
of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable
es (K278p Lommel),
esdoorn:
esdoorn
aezdouərən (K278p Lommel),
molentjesboom:
of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable
meulekensboom (K278p Lommel)
|
es, esdoorn [ZND 34 (1940)] || gewone esdoorn [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
āeten (K278p Lommel),
eten (K278p Lommel),
èètn (K278p Lommel),
éten (K278p Lommel)
|
eten [RND], [Willems (1885)], [ZND 25 (1937)]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
henkelmann (d.):
een dubbele ketel of pannetje dit woord schijnen de Lommelse arbeiders die in duitsland (bijv. Ratingen) gewerkt hebben
heŋʔəman (K278p Lommel),
marmietje:
mərmijʔən (K278p Lommel)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
afval:
afval (K278p Lommel),
bak:
bak (K278p Lommel),
brokkelen:
Syst. Grootaers
broͅʔlən (K278p Lommel),
knauwels:
knauwəls (K278p Lommel),
overschot:
overschot (K278p Lommel)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] || hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|