17623 |
gebit |
gebit:
gebit (K278p Lommel),
gǝbet (K278p Lommel),
gɛbit (K278p Lommel)
|
Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)]
I-9, III-1-1
|
30037 |
gebluste kalk |
gebluste kalk:
gǝbløstǝ kalǝk (K278p Lommel),
geleste kalk:
gǝlestǝ kal(ǝ)k (K278p Lommel),
kalk:
kalǝk (K278p Lommel),
poederkalk:
pojǝrkalǝk (K278p Lommel)
|
Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.]
II-9
|
20183 |
geboorte |
geboorte:
gəbouərtə (K278p Lommel),
gəbórtə (K278p Lommel)
|
geboorte
III-2-2
|
22513 |
geboortefeest |
doopfeest:
doopfeest (K278p Lommel)
|
het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33879 |
geboorteomhulsel van een veulen |
zaknet:
zaknɛt (K278p Lommel)
|
Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56]
I-9
|
19725 |
gebouw |
bouw:
bāu̯ (K278p Lommel),
gebouw:
gebouw (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
gəbāu̯ (K278p Lommel)
|
een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
18335 |
gebreide kous |
breikous:
brei̯kaas (K278p Lommel)
|
breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18620 |
gebreide wollen muts |
muts:
møts (K278p Lommel)
|
vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18145 |
gebrekkig persoon |
mismaakte mens:
ne mismakte miens (K278p Lommel)
|
een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
22436 |
gebruik |
gewente:
gewente (K278p Lommel),
gewoonte:
gewonte (K278p Lommel),
gewònte (K278p Lommel)
|
Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)]
III-3-2
|