18738 |
kinderhemd? |
onderhemdje:
onderhemdken (K278p Lommel)
|
Onderhemd voor kinderen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van kinderen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
kinderkleder (K278p Lommel),
kinderkleren (K278p Lommel),
kéndərkléiər (K278p Lommel)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)] || Kinderkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18590 |
kinderondergoed |
kinderondergoed:
kinderondergoed (K278p Lommel)
|
Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
23925 |
kindje jezus |
kindje jezus:
kinneke jezus (K278p Lommel)
|
Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20169 |
kinds |
kinds:
kens (K278p Lommel),
kéns (K278p Lommel)
|
kinds
III-2-2
|
33940 |
kinketting |
kinketting:
kinkęteŋ (K278p Lommel)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
17601 |
kinnebak |
kinnebak:
kenəbak (K278p Lommel),
kinnebakkes:
kinnebakkes (K278p Lommel),
kinəba`əs (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
kwek:
kwek (K278p Lommel)
|
Een kinnebak: kaakbeenderen (kinnebak, kinnebakkes, geschaar) [N 106 (2001)] || kinnebak [N 10b (1961)]
III-1-1
|
34524 |
kip van broedsheid genezen |
afkoelen:
afkylǝ (K278p Lommel),
afkȳlǝn (K278p Lommel)
|
In vraag N 19, 59 werd gevraagd naar de termen voor een kip van broedsheid genezen door ze in een emmer water te stoppen met haar achterste. Een aantal antwoorden wijst op deze methode. Maar er is ook een aantal respondenten dat deze methode niet kent of vermeldt dat deze manier van handelen niet helpt. De broedse kip afzonderen en vastzetten is een alternatief (L 159a (Middelaar), 268 (Velden), 295 (Baarlo), 318b (Tungelroy), 374 (Thorn), P 107a (Rummen)). De informant van L 320a (Ell) adviseert de broedse kip in afzondering sterk eiwitrijk voedsel te voeren. En volgens de informant van Q 121c (Bleijerheide) is een beter middel dan in het water stoppen de kip vier dagen in een rek aan de wand te hangen. [N 19, 59]
I-12
|
20694 |
kipkap |
kipkap:
Syst. Grootaers
kebkab (K278p Lommel)
|
Kleine blokjes vlees, gesneden uit hart, nieren en ander binnenvlees (kipkap, kluisters?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
29843 |
kippen |
hennen:
henǝ (K278p Lommel),
henǝn (K278p Lommel),
hęnǝn (K278p Lommel),
hoenen:
hø̜i̯nǝn (K278p Lommel)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|