e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolenschop troffel: trofəl (Lommel), trufəl (Lommel) kolenschop, brede schep waarmee men kolen langs het keldergat naar binnen doet [ZND 42 (1943)] III-2-1
kolgans kolgans: kolgans (Lommel) kolgans (± 70 witte kol, zwarte borststrepen; vaak tussen andere soorten [N 09 (1961)] III-4-1
kolonel kolonel: ne kolenel (Lommel), ne kollenel (Lommel), ne kooloonel (Lommel), nɛ koolɛnel (Lommel), o uitspreken als o  kolenel (Lommel) Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kom kom: kom (Lommel), koͅm (Lommel, ... ) een kom, twee kommen (rond en diep) [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] || kom III-2-1
komen komen: komə (Lommel) komen [RND] III-1-2
komkommer komkommer: komkommer (Lommel), koͅmkoͅmər* (Lommel) [ZND 41 (1943)]komkommer I-7
kommervol (zijn): kommer chagrijn: sjàngəréj (Lommel) kopzorg, kommer, last III-1-4
konijn konijn: konijen (Lommel), kənēͅin (Lommel), pl.  kənēͅinən (Lommel) konijn [ZND 42 (1943)] || konijn(tje) [Goossens 1b (1960)] III-2-1
konijnenhol konijnenpijp: kenijnepijp (Lommel) konijnenhol [DC 55 (1980)] III-4-2
koning koning: k"nək (Lommel), keunning (Lommel), koning (Lommel), kunning (Lommel), köning (Lommel) koning [RND], [ZND 28 (1938)] III-3-1