24197 |
kramsvogel |
kramsvogel:
kramsvogəl (K278p Lommel),
tjakker:
tjaʔər (K278p Lommel),
Frings, omgesp.
tjaʔər (K278p Lommel)
|
kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
18476 |
kransbottine |
bottine met riempje:
bottine met riempje (K278p Lommel)
|
Een bottine met een aaneengesloten stuk leer rond de voet. Zie tek. 206f,g. (kransbottine, kranslaarsje?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
18480 |
kransmolière |
kransmolire (<fr.):
kransmolière (K278p Lommel)
|
Hoe noemt u het model van tek. 210 (kransmoliäre?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gazet (K278p Lommel)
|
krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
schramen maken:
schraamen maaken (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
strepen maken:
streep maoken (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
krassen [ZND 01 (1922)] || krassen (van een schone tafel) [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
krĕift (K278p Lommel),
alles ingevoerd onder ZND 01, a-m
kreeft (K278p Lommel),
ook in ZND 28, 048
krift (K278p Lommel)
|
kreeft [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|
24339 |
krekel |
kreek:
kre’ek (K278p Lommel),
krik (K278p Lommel)
|
krekel [Willems (1885)]
III-4-2
|
18107 |
krentenbaard |
baardziekte:
baardziekte (K278p Lommel),
krentenbaard:
krentenbaard (K278p Lommel)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
20708 |
krentenbol |
krentenbolletje:
Syst. Grootaers
krentəbøͅlʔs (K278p Lommel)
|
Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
krentenbrood:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krente-broo-wed (K278p Lommel),
krentenkoek:
kreͅntəkuk (K278p Lommel),
Syst. Grootaers
krentəkuk (K278p Lommel),
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krintɛkoek (K278p Lommel),
krentenmik:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krintemik (K278p Lommel)
|
brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|