e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lip lip: lep (Lommel), lip (Lommel), lippen (Lommel, ... ) lip [RND] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lis (alg.) koffiekruid: koffecrut (Lommel), lis: lis (Lommel), waterlis: waterlisch (Lommel), woa-we-ter lîes (Lommel) lis [ZND 29 (1938)] || soorten lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
litteken litteken: letē`ə (Lommel), letēkə (Lommel), letteeken (Lommel), liteeken (Lommel) Als een wond of zweer is genezen, blijt de plaats ervan meestal zichtbaar. die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [ZND 49 (1958)] || een litteken [ZND 37 (1941)] III-1-2
loeien van de koe in het algemeen blaten: blēi̯tǝ (Lommel), brullen: brølǝn (Lommel), bulken: bø̄lǝkǝn (Lommel), loeien: lui̯ǝ (Lommel), lui̯ǝn (Lommel), toeten: tuu̯tǝn (Lommel) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeien van de koe van pijn geunzen: gønzǝ (Lommel) [N 3A, 5e] I-11
loeren loeren: luwərə (Lommel), luwərən (Lommel), lūrən (Lommel) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lof lof: tlûf (Lommel) het lof [RND] III-3-3
lokkorf lokkorf: lokkorf (Lommel) Korf door de imker geplaatst om zwermen van anderen te roven. Hiervoor smeert hij de korf in met bijvoorbeeld rozenhoning (Gelens 1963, pag. 11), waarop speurbijen afkomen. Overigens plaatst men ook wel eens zo''n lokkorf, als men een bijenvolk uit een hoge boom moet halen. Dan is er geen kwade opzet. Maar evengoed kunnen er zwermen van andere imkers op afkomen. Het materiaal waarmee een dergelijke korf wordt ingewreven, kan zijn: vlierblaren (K 353, L 210, 265, 289, 414, 416, Q 3, 19, 019), bladeren van zwarte bessen (L 381b, Q 15, 197, 197a), lokhoning (L 215a, 289), suiker of suikerwater (K 317a, L 289, 428), gras (L 246, 289, P 176, Q 113) en geplette darren (Q 253). Notebladeren (L 333) dienen soms om andere lucht te verdrijven en niet zozeer om te lokken. Het plaatsen van lokkorven of spiekorven is in imkerkringen een daad van onfatsoen. Door het gildewezen werd dit zwaar gestraft. [N 63, 68a; N 63, 68b] II-6
lolly lekstok: dun stokje met daarrond zoetigheid in bolvorm of langwerpig: lekstok  läkstoͅk (Lommel) lolly III-2-3
lomp paard karhengst: karhɛŋst (Lommel), kloffer: klufǝr (Lommel), lomperd: lǫmpǝrt (Lommel) [JG 1a; N 8, 62h] I-9