17617 |
lip |
lip:
lep (K278p Lommel),
lip (K278p Lommel),
lippen (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel,
K278p Lommel)
|
lip [RND] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
24541 |
lis (alg.) |
koffiekruid:
koffecrut (K278p Lommel),
lis:
lis (K278p Lommel),
waterlis:
waterlisch (K278p Lommel),
woa-we-ter lîes (K278p Lommel)
|
lis [ZND 29 (1938)] || soorten lis [ZND 29 (1938)]
III-4-3
|
18051 |
litteken |
litteken:
letē`ə (K278p Lommel),
letēkə (K278p Lommel),
letteeken (K278p Lommel),
liteeken (K278p Lommel)
|
Als een wond of zweer is genezen, blijt de plaats ervan meestal zichtbaar. die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [ZND 49 (1958)] || een litteken [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
blaten:
blēi̯tǝ (K278p Lommel),
brullen:
brølǝn (K278p Lommel),
bulken:
bø̄lǝkǝn (K278p Lommel),
loeien:
lui̯ǝ (K278p Lommel),
lui̯ǝn (K278p Lommel),
toeten:
tuu̯tǝn (K278p Lommel)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
34137 |
loeien van de koe van pijn |
geunzen:
gønzǝ (K278p Lommel)
|
[N 3A, 5e]
I-11
|
17721 |
loeren |
loeren:
luwərə (K278p Lommel),
luwərən (K278p Lommel),
lūrən (K278p Lommel)
|
kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
28566 |
lokkorf |
lokkorf:
lokkorf (K278p Lommel)
|
Korf door de imker geplaatst om zwermen van anderen te roven. Hiervoor smeert hij de korf in met bijvoorbeeld rozenhoning (Gelens 1963, pag. 11), waarop speurbijen afkomen. Overigens plaatst men ook wel eens zo''n lokkorf, als men een bijenvolk uit een hoge boom moet halen. Dan is er geen kwade opzet. Maar evengoed kunnen er zwermen van andere imkers op afkomen. Het materiaal waarmee een dergelijke korf wordt ingewreven, kan zijn: vlierblaren (K 353, L 210, 265, 289, 414, 416, Q 3, 19, 019), bladeren van zwarte bessen (L 381b, Q 15, 197, 197a), lokhoning (L 215a, 289), suiker of suikerwater (K 317a, L 289, 428), gras (L 246, 289, P 176, Q 113) en geplette darren (Q 253). Notebladeren (L 333) dienen soms om andere lucht te verdrijven en niet zozeer om te lokken. Het plaatsen van lokkorven of spiekorven is in imkerkringen een daad van onfatsoen. Door het gildewezen werd dit zwaar gestraft. [N 63, 68a; N 63, 68b]
II-6
|
20636 |
lolly |
lekstok:
dun stokje met daarrond zoetigheid in bolvorm of langwerpig: lekstok
läkstoͅk (K278p Lommel)
|
lolly
III-2-3
|
33813 |
lomp paard |
karhengst:
karhɛŋst (K278p Lommel),
kloffer:
klufǝr (K278p Lommel),
lomperd:
lǫmpǝrt (K278p Lommel)
|
[JG 1a; N 8, 62h]
I-9
|