24571 |
margriet |
margriet:
margrieten (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
sint-jansbloem:
st.-Jansbloem (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel,
K278p Lommel)
|
margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)]
III-4-3
|
23240 |
maria-hemelvaart |
feestdag van onze-lieve-vrouw-hemelvaart:
de feestag van OLV Hemelvaart (K278p Lommel)
|
Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
in`t midde van de met (K278p Lommel),
iny midden van de met (K278p Lommel),
mɛrt (K278p Lommel),
recht over de mert (K278p Lommel)
|
Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND]
III-3-1
|
18477 |
marktschoen |
marktschoen:
marktschoen (K278p Lommel)
|
Hoe noemt u de grove schoen, welke men meestal op de markt verkoopt? (marktschoen?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmar bilt (K278p Lommel),
marmer (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
mermer (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
mermeren beeld (K278p Lommel)
|
marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
marmar bilt (K278p Lommel),
mermeren beeld (K278p Lommel)
|
Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
24350 |
marter |
marter:
steenmarter
martər (K278p Lommel)
|
marter, soort [ZND 48 (1954)]
III-4-2
|
22440 |
masker |
masker:
Ze hadden allemaal een masker op.
maskər (K278p Lommel),
mombakkes:
momba?əs (K278p Lommel),
? = glottisslag
momba?əs (K278p Lommel),
mondbakkes:
moͅndbakkəs (K278p Lommel),
Met carnaval lopen er veel rond met mondbakkesen.
mondba?əs (K278p Lommel)
|
Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)] || Masker. || Mondbakkes: Mombakkes, momaangezicht.
III-3-2
|
30093 |
massieve muur |
volle muur:
volǝ [muur] (K278p Lommel)
|
Massieve muur zonder spouw. De dikte van buitenmuren die op deze wijze werden opgemetseld, kon anderhalf-, twee- of tweeëneenhalfsteens zijn. Zie ook het lemma 'Tweesteense muur'. Massieve muren isoleerden slecht warmte en geluid. Bovendien waren ze moeilijk waterdicht te maken. Optrekkend vocht ging men tegen door regelmatig een laag asfaltpapier tussen de voegen te leggen. Zie ook het lemma 'Asfaltpapier'. Het woord '(muur)' is fonetisch gedocumenteerd in het lemma 'Muur'. [N 31, 36a]
II-9
|
32983 |
masteluin |
masteluin:
masteluin (K278p Lommel)
|
Menggewas, vooral rogge en tarwe dooreen; vroeger bakte men er brood van ("masteluinbrood"), nu wordt het alleen nog als groenvoer gezaaid. Indien het mengsel een andere samenstelling heeft dan rogge en tarwe, dan wordt dat in het lemma aangegeven. De opgaven "groenvoer" zijn in het lemma ''groenvoer'' (1.2.14) ondergebracht. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [koren], zie het lemma ''rogge'' (1.2.4), resp. ''graan, koren'' (1.2.1). [L 39, 15; L lijst graangewassen, 5; monogr.; add. uit L 48, 26; Lu 2, 26]
I-4
|