33807 |
pommelee, appelschimmel |
appelschimmel:
apǝlsxemǝl (K278p Lommel),
pommelee:
pǫmǝ`lęi̯ (K278p Lommel)
|
Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e]
I-9
|
25382 |
pompen |
pompen:
pompǝ (K278p Lommel)
|
Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.]
II-1
|
18504 |
pompon van een muts |
floche (fr.):
flos (K278p Lommel),
floͅs (K278p Lommel)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21536 |
ponder |
nuisel:
WNT: unsel - (h)uis(s)el, (h)uusel, ussel, on(g)sel, oossel, eunsel, eussel, ensel (einsel), insel (eisel) -, Van ons (mnl. unce) met -el (< ouder -il), zooals pondel van pond is afgeleid. Vgl. unster en ponder (punder) die met -er zijn gevormd. [...] Weegwerktuig met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last, die aan den korten arm wordt opgehangen, kan wegen.
m"səl (K278p Lommel),
uisel:
WNT: unsel - (h)uis(s)el, (h)uusel, ussel, on(g)sel, oossel, eunsel, eussel, ensel (einsel), insel (eisel) -, Van ons (mnl. unce) met -el (< ouder -il), zooals pondel van pond is afgeleid. Vgl. unster en ponder (punder) die met -er zijn gevormd. [...] Weegwerktuig met ongelijke armen, waardoor men met een klein gewicht dat aan den langen arm wordt heen en weer geschoven, een grooten last, die aan den korten arm wordt opgehangen, kan wegen.
øͅsəl (K278p Lommel)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
19474 |
pook |
peuterhaak:
pø̄tərhāk (K278p Lommel)
|
pook
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
poǝrt (K278p Lommel)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
33796 |
poot |
poot:
poǝt (K278p Lommel
[(mv poǝtǝn)]
)
|
Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b]
I-9
|
34019 |
poot omhoog |
voetje:
vyi̯ʔǝn (K278p Lommel)
|
Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k]
I-10
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
zetpatatten:
zęt[patatten] (K278p Lommel)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
17953 |
pootjebaden |
baden:
boͅwəjən (K278p Lommel),
barrevoets in de plasjes lopen:
bāērəvuts en də plaeskəs lōpə (K278p Lommel),
plassen:
plasən (K278p Lommel)
|
lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)]
III-1-2
|