31046 |
randsteekmes |
randsteker:
randsteker (K278p Lommel),
recht mes:
recht mes (K278p Lommel)
|
Gereedschap waarmee men het overhangende leer aan de zool gelijkmatig afsnijdt. De antwoorden in dit lemma komen uit verschillende vragen. Het is mogelijk dat dit randsteekmes voor verschillende doeleinden wordt gebruikt en dat het daardoor ook van vorm kan verschillen. Zie afb. 52. [N 60, 116a; N 60, 117a; N 60, 174a]
II-10
|
33827 |
rank paard |
(een) luxe:
lyks (K278p Lommel)
|
Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l]
I-9
|
33580 |
ranken van de wingerd |
rank:
rank ve boon of erwt
raŋ* (K278p Lommel)
|
I-7
|
24229 |
ransuil |
bosuil:
bosøͅi̯l (K278p Lommel),
katuil:
Frings, omgesp.
katøͅyl (K278p Lommel),
ransuil:
rasøͅi̯l (K278p Lommel)
|
uil: ransuil (36 oorpluimpjes, bijna alleen in mastbossen; broedt in oud kraaienest; roep [oe-oe-oe-oe] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20515 |
ranzig |
garstig:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
gèstig (K278p Lommel)
|
garstig [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
33207 |
rapen |
oprapen:
ǫprāpǝ (K278p Lommel),
rapen:
rāpǝ (K278p Lommel),
rǭpǝ (K278p Lommel)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel)
|
rasp || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] || Schuurrasp, onderdeel van de gecombineerde machine. [N 60, 243d]
II-10, III-2-1
|
31049 |
rasp, vijl |
rasp:
rasp (K278p Lommel)
|
Gereedschap dat men gebruikt voor het raspen of vijlen. Ten aanzien van rasp of vijl merkt Dierick (pag. 85) op: De rasp dient om de talons en den boord der zolen effen te raspen wanneer ze met het mes geschrood en op den noodigen vorm gebracht zijn. De rasp mag niet te grof zijn om de sporen van het raspen niet te diep in talon en lijksel te printen. De vijl heeft men noodig voor genageld werk om de nagels van zolen en talons effen te vijlen en de luistervijl voor het vereffenen der zolen na het afschrepen van den nerf." Zie afb. 53 en 54. [N 60, 118b; monogr.]
II-10
|
19839 |
raspen |
raspen:
raspən (K278p Lommel)
|
raspen
III-2-1
|
31048 |
raspen, vijlen |
raspen:
raspen (K278p Lommel)
|
Het met een rasp of vijl of schrapglas wegslijpen van de oneffenheden aan zool en zoolrand. [N 60, 118a]
II-10
|