28078 |
roven |
roven:
roven (K278p Lommel)
|
Het nemen van honing door bijen bij andere volken. Bepaalde bijen zijn roofziek van aard en zij proberen honing te bemachtigen overal waar ze die kunnen aantreffen. De aangevallenen proberen de woning wel te verdedigen maar lang niet altijd lukt dat. Overwinnen de rovers, dan wordt heel de korf of kast leeggedragen. Roven kan leiden tot veldslagen tussen bijenvolken, waarbij niet veel bijen overleven. [N 63, 67a; N 63, 67b; Ge 37, 95]
II-6
|
21330 |
royaal |
royaal (<fr.):
mild: vb. hej geuft roaal
roaal (K278p Lommel)
|
Royaal: uitspraak en betekenis (mild, onbekrompen, volop, enz.). [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
24524 |
rozenbottel |
papenkeutel:
papekeutel (K278p Lommel)
|
rozebottel [ZND 02 (1923)]
III-4-3
|
20846 |
rozijn |
rozijn:
veroud. meestal meervoud roz@i?\\n
rozeͅin (K278p Lommel)
|
rozijn
III-2-3
|
20851 |
rozijnenbrood |
rozijnkoek:
rəzēnkuk (K278p Lommel)
|
brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)]
III-2-3
|
17767 |
rug |
croupon:
croupon (K278p Lommel),
rug:
pijn in de rug (K278p Lommel),
pijn in m`ne rug (K278p Lommel),
rug (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel),
zeer in menne rug (K278p Lommel),
rugstrang:
røxstraŋk (K278p Lommel)
|
de rug [ZND 29 (1938)] || Het gedeelte van de huid dat de rug bedekt. Zie afb. 1. [N 60, 3h; N 36, 6a] || ik heb pijn in de lendenen (in de rug) [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9, II-10, III-1-1
|
32882 |
rug van het blad van de zeis |
rug:
røx (K278p Lommel)
|
De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b]
I-3
|
33198 |
rug, aangeaard stuk |
rug:
røx (K278p Lommel),
wal:
wal (K278p Lommel)
|
De verhoogde rug of wal die ontstaat bij het aanaarden van de aardappelen. Bij holvoor(de) heeft betekenisoverdracht plaatsgevonden; het is eigenlijk de open voor naast de rug. [N 12, 27; monogr.]
I-5
|
17640 |
ruggengraat |
ruggengraat:
røgəgroͅwt (K278p Lommel),
røgəgroͅwət (K278p Lommel),
ruggenstrang:
røgəstraŋ (K278p Lommel),
rugstrang:
røchstraŋ (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
ruggenwervel:
nə røgəweͅrvəl (K278p Lommel),
røgəweͅrəvəl (K278p Lommel)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|