23176 |
rups (kermis) |
rups:
reͅps (K278p Lommel)
|
Rups: 2. Kermisattractie met de uiterlijke vorm van een draaimolen, met kleine spoorwagentjes op een rond en hellend vlak, die tijdens het rijden met een gemeenschappelijke kap kunnen overdekt worden, wat de rijdende wagentjes op een reusachtige, kronkele
III-3-2
|
28553 |
rustperiode in de winter |
winterslaap:
winterslaap (K278p Lommel)
|
Periode van inactiviteit der bijen tijdens de winter. Met uitzondering van de darren overwintert het gehele bijenvolk. Een slaap is het niet te noemen. Er wordt namelijk wel voedsel opgenomen en verteerd, zij het in uiterst kleine hoeveelheden. Er zit ook enige beweging in de tros bijen. Hoe kouder het wordt, hoe dichter de bijen opeendringen. In het midden zit de koningin, omringd door een aantal jonge bijen. [N 63, 54a; N 63, 54b]
II-6
|
18119 |
ruw |
gesprongen:
gespronge (K278p Lommel),
schraal:
schraol (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
schroal (K278p Lommel),
i.e. schraal
schrowwɛl (K278p Lommel)
|
hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
31010 |
ruw uitsnijden |
rauw snijden:
rauw snijden (K278p Lommel)
|
Op het oog een zool uitsnijden. [N 60, 94]
II-10
|
18118 |
ruw worden |
springen:
de handen springen (K278p Lommel)
|
hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
21364 |
ruw, hard |
ruw:
da`s ne ruwe kerel (K278p Lommel),
dat is en rouwen kèrel (K278p Lommel)
|
dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
29731 |
ruwe stenen |
zonstenen:
zonstējǝn (K278p Lommel)
|
In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.]
II-8
|
21291 |
ruzie maken |
ruzie maken:
ze zen weer ruzie en ⁄t maken (K278p Lommel),
ze zijn weer aan ⁄t ruzie maken (K278p Lommel),
zɛ zên wir ant ruuzie maa-ɛn (K278p Lommel),
weer ee ongeveer als i in pik
ze zèn weer aan ⁄t ruzie maoke (K278p Lommel)
|
Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
21081 |
sabbelen |
sabberen:
zabərə (K278p Lommel),
zabərən (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
saeramentsprocessie (K278p Lommel),
c valt weg
sacrèmentsprocessie (K278p Lommel)
|
Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|