30147 |
sierlaag |
laag:
lāx (K278p Lommel)
|
Niet-uitspringende sierlaag van bakstenen met een andere kleur die in het metselwerk wordt verwerkt. [N 31, 30f]
II-9
|
18681 |
sierlijke omslagdoek |
franjesdoek:
[sic]
fränəzduk (K278p Lommel),
neusdoek met franje:
neusdoek met franje (K278p Lommel)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20879 |
sigaar |
sigaar:
siegar (K278p Lommel),
sigaar (K278p Lommel),
sigar (K278p Lommel),
sigaren (K278p Lommel),
Verklw. s\\gark\\n
səgar (K278p Lommel)
|
sigaar [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
20880 |
sigaret |
sigaret:
Verklw. s\\gr@i¿\\n
səgreͅt (K278p Lommel)
|
sigaret
III-2-3
|
20881 |
sigarettenpijpje |
spit:
Verklw. spei¿\\n
spet (K278p Lommel)
|
sigarettenpijpje
III-2-3
|
24242 |
sijs |
sijs:
sēīs (K278p Lommel),
sijsje:
seͅskə (K278p Lommel),
seͅskən (K278p Lommel),
Frings, omgesp.
seͅskə(n) (K278p Lommel)
|
sijs [Willems (1885)] || sijs (12 groenig, maar man heeft zwart petje en sikje; alleen trek- en wintervogel, dan in dichte danszwermen, meest bij elzen; zeer geliefde kooivogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
28694 |
sikkel |
sichel:
sexǝl (K278p Lommel),
sikkel:
sekǝl (K278p Lommel),
zichel:
zexǝl (K278p Lommel)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsien (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
sinaasappel [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
33981 |
singel |
singel:
seŋǝl (K278p Lommel)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
33993 |
singel voor de paardedeken |
singel:
seŋǝl (K278p Lommel)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|