e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voor de gek houden foppen: fòppən (Lommel) foppen III-1-4
voorblad [wld ii.10, p. 24-25] voorste, het -: veursten (Lommel) Het voorste gedeelte van het overleer: de neus met de vleugels (voerblad, voorst, veursten?) Zie tek. 23. [N 60 (1973)] III-1-3
voorgeborchte voorgeborchte: vørgəbərəxtə (Lommel) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgevel buitenmuur: bø̜jtǝn[muur] (Lommel) De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.] II-9
voorhamer voorhamer: vørhāmǝr (Lommel), vø̜̄rhāmǝr (Lommel) Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] II-9
voorhoofd kop: de aoren van zijne kop (Lommel) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorhuid velletje: velleken (Lommel) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorjaarshoning voorjaarshoning: voorjaarshoning (Lommel) Soort honing die uit de nectar van voorjaarsbloesem, vooral fruitbloesem, is bereid. [N 63, 112a; Ge 37, 129; monogr.] II-6
voorklauw teen: tēǝn (Lommel), voorklauw: vørklāw (Lommel) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorknie knie: knii̯ (Lommel) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9