25204 |
warm weerx |
warm (weer):
weͅrm (K278p Lommel)
|
warm [DC 44 (1969)]
III-4-4
|
19717 |
was |
was:
was (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.] || was
II-6, III-2-1
|
23597 |
wasdraad |
wasdraad:
wasdraad (K278p Lommel)
|
Een draad die ingewreven is met was. Het is een draad om te naaien, op dezelfde manier vervaardigd als een pekdraad, behalve dat men de draad inwrijft met was in plaats van met pek; deze draad is bedoeld voor schoenen met lichte zolen; de opliggende steken poetst men naderhand geel met kurkuma (Liedmeier, pag. 28). [N 60, 195c; N 60, 238b]
II-10
|
19658 |
wasgoed |
propere was:
propere was (K278p Lommel),
witgoed:
wēt˃guu̯t (K278p Lommel)
|
Hoe noemt u het pas gewassen en gedroogd wasgoed? [N105 (2000)] || wit wasgoed, witte goed
III-2-1
|
19669 |
wasknijper |
wasspeld:
wasspeͅlə (K278p Lommel),
wasstek:
wassteͅʔəns (K278p Lommel)
|
klemmende houtjes om de wasch op de drooglijn vast te maken [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
28567 |
wasmot |
wasmot:
wasmot (K278p Lommel)
|
Vlinderachtig insect dat zijn eieren legt op wasraten, zodat de made zich kan voeden met was en broed. Voor het bijenvolk is de wasmot de belangrijkste vijand. Er zijn verschillende soorten wasmotten, maar in Nederland komen vooral voor de kleine wasmot, Achroia grisella, en de grote, Galleria mellonella (De Roever, pag. 412). Het wasmotvrouwtje legt eitjes in raat en bijenwoning. De hieruit gekomen larven vreten alles op wat zij kunnen vinden. Naast de wasmot zijn voor de bij schadelijke insecten de bijenwolf of graafwesp, de spin, wesp, bijenluis, doodskopvlinder en mier. Tegenwoordig is de varoa-mijt zeer gevreesd. Voor de bij schadelijke vogels zijn vooral koolmees, specht en zwaluw. Van de overige dieren kunnen spitsmuis, kat, pad, slak, egel en hen schadelijk zijn. In N 63, 70 werd gevraagd naar een bestrijdingsmiddel tegen wasmot. Volgens de informanten zijn beproefde remedies: de kast of korf afzwavelen, motteballen erin hangen, werken met paradichloorbenzine en ijsazijn of inwrijven met notebladeren. Ieder schadelijk aspect moet echter op eigen wijze bestreden worden. [N 63, 69a; N 63, 69b; N 63, 69c; N 63, 70; Ge 37, 200]
II-6
|
19741 |
wastafel, wasbak |
lavabo:
lavəbō (K278p Lommel)
|
wasbak
III-2-1
|
29699 |
waterbak |
vergaarbak:
vergaarbak (K278p Lommel)
|
De bak of kuip waarin de schoenmaker de pek bewaart en het leer weekt. [N 60, 194a]
II-10
|
34173 |
waterblaas |
waterblaas:
wǫǝtǝrblǫǝs (K278p Lommel),
wǭwǝtǝrblǭwǝs (K278p Lommel)
|
De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a]
I-11
|
19457 |
waterdamp, wasem |
blaak:
blāk (K278p Lommel),
damp:
damp (K278p Lommel),
domp:
domp (K278p Lommel),
doͅmp (K278p Lommel),
wasem:
wašəm (K278p Lommel)
|
damp [ZND 33 (1940)] || wasem
III-2-1
|