33322 |
boeren |
labeuren:
labø̜̄rǝ (K278p Lommel)
|
Het uitoefenen van het boerenbedrijf; voor de opgaven labeuren doorgaans met de speciale connotatie van zware lichamelijke arbeid. Andere bijzonderheden zijn bij de opgaven zelf vermeld. Voor Q 20, 101, 113 en 253 is aangetekend dat uitspannen (ūtɛ̄panǝ) wordt gebruikt voor het "ophouden met boeren"; in Q 101 wordt bovendien voor "beginnen met boeren" de term zich aanspannen (zix ānɛ̄panǝ) opgegeven. Zie ook kaart 5. [L 37, 11c; monogr.; add. uit N 5A, 95a]
I-6
|
20681 |
boerenkool |
boerenkool:
buwərəkoͅl (K278p Lommel),
Syst. Grootaers
burəkoͅlə (K278p Lommel),
kroezelkool:
kruzəlkoͅl (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
[N Q (1966)]Boerenkool (boeremoes?) [N 16 (1962)] || boerenkool als gerecht [N Q (1966)]
I-7, III-2-3
|
20682 |
boerenkoolstamppot |
boerenkool:
Syst. Grootaers
burəkoͅlə (K278p Lommel)
|
Stamppot van aardappelen en boerenkool?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20728 |
boerenvlaai |
goede boerenvlaai:
Syst. Grootaers
gui̯ burə vloͅu̯i̯ (K278p Lommel)
|
Grote boerenvla (vlaam?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24123 |
boerenzwaluw, zwaluw |
boerenzwats:
buərəzwats (K278p Lommel),
zwats:
zwats (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
zwatsən (K278p Lommel),
Frings, omgesp.
zwats (K278p Lommel)
|
boerenzwaluw (19 roodachtig keeltje; zeer puntige vorkstaart; nest van klei en sprietjes binnenin een schuur [N 09 (1961)] || zwaluw [Willems (1885)] || zwaluw (mv.) [RND]
III-4-1
|
21309 |
boerin |
boerin:
buren (K278p Lommel)
|
[L 1, a-m; S 6; Wi 18; monogr.]
I-6
|
20302 |
boertje |
buksen:
buksu (K278p Lommel)
|
boertje doen; als een baby gedronken heeft moet het een boertje doen [DC 47 (1972)]
III-2-2
|
21605 |
boete |
penitentie (<lat.):
penətɛnsej (K278p Lommel)
|
Boete [de boes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17633 |
boezem |
spleet:
spleet (K278p Lommel)
|
boezem, ruimte tussen de borsten [N 10c (1995)]
III-1-1
|
18209 |
boezeroen |
boezeroen:
bozeloen (K278p Lommel),
buzəruŋ (K278p Lommel)
|
boezeroen, blauwlinnen of katoenen (boeren)overhemd [boezeloen, bazeoren, bazzeroel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|