e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breinaald breiijzer: brèjijzers (Lommel, ... ), strikijzer: strikijzers (Lommel) Hoe heten de stalen pennen waarmee gebreid wordt? [ZND 22 (1936)] III-1-3
brem brem: brem (Lommel), breͅm (Lommel), -  brem (Lommel) brem [DC 47 (1972)] || brem: lage heester met gele zijstandige bloemen, die in de heide of ok langs spoorbanen groeit; fr. genêt; lat. genista [ZND 32 (1939)] III-4-3
brengen brengen: brĕinghen (Lommel) brengen [ZND m] III-1-2
bretel bretel (<fr.): bretels (Lommel), brətäl (Lommel), brətälṇ (Lommel), Zie bretel.  petrel (Lommel) [bretel] || bretel || bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuk breuk: breuk (Lommel, ... ) hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
breukhengst gebroken hengst: gebrōʔǝn hęŋst (Lommel) Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c] I-9
brief brief: bri.f (Lommel) brief [RND] III-3-1
briefkaart postkaart: Sam. met post 2.  postkaart (Lommel) briefkaart III-3-1
briesen briesen: brisǝn (Lommel) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broed legsel: legsel (Lommel) Het geheel van eieren en larven in het broednest, onderverdeeld in open broed (eitjes en larven) en gesloten broed (het popstadium). [N 63, 20a; N 63, 18; Ge 37, 64] II-6