e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communiebruidje bruidje: bruidje (Lommel), engeltje: engelke (Lommel) Een meisje in het wit dat de eerste H. Communie doet, bruidje [ingelche, wiesse kinger]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiefeest communiefeest: communiefeest (Lommel) Het communiefeest. [N 96D (1989)] III-3-3
communiejurkje communiekleedje: kəmynəklēi?ən (Lommel) Het communiejurkje, communiekleedje voor meisjes. [N 96D (1989)] III-3-3
communiepakje communiekostuumpje: kəmynəkoͅsty(3)̄mkə (Lommel) Het communiepakje voor jongens [kómmelejoeënsantsoch, kómmenetseermantoer]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiepet communieklakje: kəmynəklɛkskən (Lommel) De communiepet [kómmenetseerkap]. [N 96D (1989)] III-3-3
communieprentje beeldje: bēlə?ən (Lommel) Een prentje ter herinnering aan de eerste en aan de Plechtige H. Communie, uitgereikt door de pastoor, communieprentje [kómmelejoe-nsbild]. [N 96D (1989)] III-3-3
communietaart feestkoek: Syst. Grootaers  fēstkuk (Lommel), gteau (fr.): Verklw. gatØ¿\\n  gatō (Lommel) Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] || pronkgebak III-2-3
compact te stijf: tǝ stęjf (Lommel), zwaar: zwowǝr (Lommel) Zwaar, compact of stug, gezegd van bloem. Ten aanzien van het woordtype "vette" zij opgemerkt dat bloem, gemalen van inlandse tarwe, glad zal aanvoelen, als men deze tussen vinger en duim wrijft (Schoep blz. 19). De bakker spreekt dan over het vettig aanvoelen van de bloem. In feite heeft dit niets met het vetgehalte van de bloem te maken. Door de informanten wordt de bloem als "zwaar" beschouwd wanneer die veel zemelen in zich heeft (Q 121, Q 121e) of wanneer die niet poreus is (K 314). De bloem wordt "stijf" gemoemd, als het deeg meer water nodig heeft. [N 29, 16] II-1
compartiment coup (fr.): kupēi (Lommel) compartiment [N 102 (1998)] III-3-1
compost compost: kǫmpǭst (Lommel) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1