e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dokteren dokteren: dokteren (Lommel) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 107 (2001)] III-1-2
dolle kervel scheerling: sxęi̯rleŋ (Lommel), wilde kervel: weldǝ kęrvǝl (Lommel) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
dominicaan witte pater (lat.): wetə poͅuətər (Lommel) Een Dominicaan [Dómmenekaan, preekheer, preekhier]. [N 96D (1989)] III-3-3
domme man koolhaas: kólhaas (Lommel) domoor III-1-4
domme vrouw lompe geit: lómpə gèt (Lommel), trut: trut (Lommel) domme dwaze vrouw of meisje || flauwe, domme of onhandige vrouw III-1-4
dompelen in het water steken: in `t waoter stèken (Lommel), in ⁄t waoter stèken (Lommel, ... ) (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4
donderbeestje dondervliegje: doͅndərvlixskən (Lommel) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
donderen donderen: dondərə (Lommel), dondərən (Lommel), dònderen (Lommel, ... ) donderen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk donderkoppen: dondərkoͅpə (Lommel), doͅnderko.pə (Lommel), doͅndər koͅpən (Lommel), donderwolk: donderwolk (Lommel), donderwollek (Lommel), zwarte wolk: zwarte wolk (Lommel) donderwolk [ZND 33 (1940)] || zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx donder: dònder (Lommel, ... ), dən dondər (Lommel), donderslag: dondərslag (Lommel), dondərsläg (Lommel) donder [N 22 (1963)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4