e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kopje kopje: köpkə (Lontzen), tas: tās (Lontzen) kopje, tas [ZND 28 (1938)] III-2-1
koppig eigenzinnig: ook materiaal znd 28, 31  éjesennix (Lontzen) koppig [ZND 01 (1922)] III-1-4
korenbloem korenbloem: koanbloem (Lontzen) korenbloem [ZND 34 (1940)] III-4-3
kortademig kort: kött van oom (Lontzen) hij is dempig (kan moeilijk ademen) [ZND 23 (1937)] III-1-2
korte broek korte bots: köte bots (Lontzen) korte broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
korte laars gamasche: kamasch (Lontzen) Laars, een paar laarzen (laars die alleen het been bedekt tussen enkel en knie) [ZND 37 (1941)] III-1-3
koster koster: der köster (Lontzen), kø:stər (Lontzen) koster [RND] || Koster. [ZND 37 (1941)] III-3-3
koude drukte maken veel bohei maken: völ bahei över jet maake (Lontzen) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4
kous: algemeen hoos: hoese (Lontzen), oo als in het Engelse lord  hoos (Lontzen) kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] || Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)] III-1-3
kraaltjes parels: pɛrlə (Lontzen) kraaltjes [RND] III-3-2