e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitnodigen voor een begrafenis op het maal roepen: ope mool roepe (Lontzen) uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)] III-3-1
vader vader: cf. WNT s.v. "vader".... "vadder, vedder met ongerekte vocaal in Z.-Limburg (Jongeneel)  vaddər (Lontzen) vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vangen vangen: vange (Lontzen) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2
vanzelfsprekend natuurlijk: dat is natürlech (Lontzen) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varken varken: vę.rǝkǝ (Lontzen) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varkenstrog trog: trǫu̯x (Lontzen) De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d] I-6
vastenavond vastavond: fastu.avənt (Lontzen) vastenavond [RND] III-3-2
vat, ton vat: vat (Lontzen) Een vat of ton is uit houten duigen en twee bodems samengesteld en wordt met behulp van houten of metalen banden bijeen gehouden. Het middendeel ervan, de buik, heeft de grootste omvang. Vanuit het midden loopt het vat naar het boven- en ondereinde smaller toe. [N E, L; L 21, 40; monogr.] II-12
vechten zich kloppen: zix klopə (Lontzen) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vee vee: fīǝ (Lontzen) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11