33740 |
prikkeldraad |
puntdraad:
pøntdrāt (L248p Lottum)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
haktol:
haktôl (L248p Lottum),
tol:
tōl (L248p Lottum)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
percessie (L248p Lottum)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (L248p Lottum, ...
L248p Lottum)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)]
III-1-1, III-2-3
|
18221 |
pronken |
pronken:
op den brøønk zètte brøønkappel
prŏŏnke (L248p Lottum)
|
pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
schāāp (L248p Lottum)
|
schaprade [SGV (1914)]
III-2-1
|
21354 |
pruis |
pruis:
Pruus (L248p Lottum)
|
Pruis [SGV (1914)]
III-3-1
|
21355 |
pruisen |
pruisen:
Pruuse (L248p Lottum)
|
Pruisen (land) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18908 |
prutser |
sukkelaar:
sukkeler (L248p Lottum)
|
sukkelaar [SGV (1914)]
III-1-4
|
30687 |
puimsteen |
bimssteen:
%%bij de volgende varianten wordt de slot -s van het woord bims niet uitgesproken%%
bemsstiǝn (L248p Lottum)
|
Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.]
II-9
|