e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ritselen ritselen: ritsele (Lottum) ritselen [SGV (1914)] III-4-4
rochelen rochelen: rochele (Lottum) rochelen [SGV (1914)] III-1-2
rode aalbes miemer: miemer (Lottum), rode miemelen: mv: -e  rooie miemele (Lottum), rode miemeren: mv: -en  rooijemiemeren (Lottum) [DC 13 (1945)]aalbes [SGV (1914)] I-7
rode biet eetkroten: ēǝtkrø̜̄tǝ (Lottum), kroot: krōǝt (Lottum) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode kool rode kappes: roeje kappes (Lottum) Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)] I-7
roek roek: roek (Lottum) Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)] III-4-1
roep- en lokwoord voor de eend wiele, wiele: wilǝ, wilǝ (Lottum), woele, woele, woele: wulǝ, wulǝ, wulǝ (Lottum) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de gans wiele, wiele: wilǝ, wilǝ (Lottum) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de kip tuut: tȳt (Lottum), tuut, tuut: tyt, tyt (Lottum) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de koe muk: møk (Lottum) Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r] I-11