e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trekhaak van de cultivator trekhaak: trękhǭk (Lottum) Aan het zwenkwiel of de voorkar van de cultivator zit van voren een haak waaraan het trektuig van het paard gekoppeld wordt. [N 11A, 151a; monogr.] I-2
trekharmonica monica: moe e neke (Lottum) harmonica [SGV (1914)] III-3-2
trekken trekken: trèkke (Lottum) trekken [SGV (1914)] III-1-2
trektrouw, trekstok aan de handrol trektouwtje met knuppeltje: tręktø̜i̯u̯kǝ męt knøpǝlkǝ (Lottum) De oude handrol werd voortgetrokken aan een touw, dat op twee plaatsen aan het raam werd vastgemaakt; om gemakkelijker te kunnen trekken knoopte men het touw van voren aan een trekknuppel vast. De latere handrol is voorzien van een met het raam verbonden vaste trekstok of -stang, die van voren een dwarshout, kruk of handgreep heeft. [JG 1a; N 11A, 186b] I-2
treuzelen troggelen: truggele (Lottum) treuzelen [SGV (1914)] III-1-4
troebel, vuil (water) gemoerd: gemeird (Lottum) troebel [SGV (1914)] III-4-4
troef troef: trōēf (Lottum) troef [SGV (1914)] III-3-2
troep troep: tröp (Lottum) troepen (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
troeven (mv.) troeven (mv.): trōēve (Lottum) troeven (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
troosten; troost troosten: tröste (Lottum) troosten [SGV (1914)] III-1-4